Oek de Jong is een bekend Nederlands schrijver en essayist. Zijn werk is onder andere vertaald in het Duits en in het Frans en zijn werk is bekroond met meerdere prijzen.
Even wennen voor een plattelandsjongen
Op 4 oktober 1952 werd Oek de Jong geboren in Breda. Zijn vader was staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen voor jet ARP in het kabinet Den Uyl, en later voor het CDA in het kabinet Van Agt/Wiegel. Hij groeide op in het Zeeuwse Goes en vertrok om te studeren naar Amsterdam wat naar zijn eigen zeggen wel wennen was voor een echte plattelandsjongen. In Amsterdam ging hij kunstgeschiedenis studeren.
Een droom om schrijver te worden
Eigenlijk wist de Jong al toen hij 15 was dat hij schrijver wilde worden, maar deze droom hield hij nog lang voor zichzelf omdat hij er niet over durfde te beginnen tegen andere mensen. Maar in Amsterdam kwam daar verandering in. De Jong gaf zichzelf 7 jaar om te proberen als schrijver een plek voor zichzelf te veroveren. De eerste erkenning kwam met de literaire publicatie ‘De onbeweeglijke Tze’ in het literair tijdschrift ‘Hollands Maandblad’. Zijn echte doorbrak kwam in 1979 met de publicatie van zijn eerste roman ‘Opwaaiende zomerjurken’. De Jong gaf ook gastcolleges aan de universiteit van Amsterdam en Leiden en gaf les in prozaschrijven.
Schilderachtige schrijfstijl met haarscherpe details
De Jong neemt doorgaans de tijd om een roman te schrijven. Aan zijn laatste boek ‘Zwarte Schuur’ waarin hij onderzoekt wat familie is en wat het met je doet, heeft de schrijver meer dan 4 jaar gewerkt. Hij vindt het belangrijk deze tijd in zijn werk te investeren omdat hij zichzelf niet wil herhalen en omdat hij een bepaalde kwaliteit nastreeft. In zijn boeken weet hij op bijna schilderachtige wijze een sfeer te omschrijven met haarscherpe details.