Boeken van Miriam Guensberg | Poolse Tranen, Het geheim van Audrey H. en Ooit

Miriam Guensberg, geboren in 1950 te Losser, is een schrijfster en filosoof. Haar filosofische interesse komt voort uit het verleden van haar vader.

Vader

Haar vader, Abraham Dolek Guensberg, was arts bij de eerste Poolse Pantserdivisie. Hij ontmoette tijdens de bevrijding van Breda zijn vrouw Millie Weyerman, die geboren is op Sumatra. Guensberg bracht haar jeugd gedeeltelijk door in Hengelo. Ze heeft eerst gestudeerd aan de Bibliotheek en Documentatie Academie in Groningen. Daarna studeerde ze filosofie en literatuurwetenschap in Nijmegen. Na het afronden van de studie kunstfilosofie in Amsterdam begon ze haar carrière als schrijfster.

Loopbaan

Guensberg begon eerst met het schrijven van liedjes, waarna verhalen en romans volgenden. In haar boeken staat het zoeken naar hoopvolle momenten centraal. Met haar schrijven zoekt ze naar de kern van levensvragen. Haar eerste boek Foto Jozef, werd gepubliceerd in 1989. Haar jeugd in Hengelo speelde hiervoor een grote bron van inspiratie. In 1992 volgde haar volgende boek De Herauten vieren feest. Twee jaar later verscheen het boek De luchtfietser en de bloemendief.

Het boek De muze van het Moortgat uit 1998 gaat over een geschiedenis van verraad, misbruik en het wreken van onrecht. Het in 1999 verschenen boek De vergulde pil was een bundel met vertellingen uit het ziekenhuis. Twee andere emotionele boeken van Guensberg zijn Saternacht uit 2001 en De portiekvrijer uit 2004. Een aantal boeken speelden zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog en hebben ook met dit thema te maken. Zo waren er de boeken Ooit (2015), Het geheim van Audrey H. (2017), Vrachtbrief en Held (2019). Al deze boeken, met uitzondering van Het geheim van Audrey H., gaan over Guensbergs vader.