Maarten ’t Hart werd geboren in Maassluis op 25 november 1944 als oudste zoon van een christelijke grafmaker. Later ging hij studeren aan de Rijksuniversiteit van Leiden waar hij zich ging verdiepen in biologie. Na zijn studie begon hij als etholoog, oftewel gedragsbioloog. Later trouwde hij met Hanneke van den Muyzenberg en verhuisde hij naar Warmond in Zuid-Holland. Ook zijn zus heeft veel bekendheid gekregen als schrijfster. Het schrijven is dus iets wat in de familie zit.
Stenen voor een ransuil
De eerste roman, die hij uitbracht was in 1971, was Stenen voor een ransuil. Doordat het onderwerp homoseksualiteit in een conformistische omgeving naar voren kwam in dit boek werd als snel duidelijk dat ’t Hart zich afzette tegen zijn christelijke opvoeding. Later schreef hij ook nog Wie god verlaat heeft niets te vrezen in 1997 en De bril van God in 2002, beide boeken bevestigen nogmaals zijn afkeur voor god en het christendom. Andere bekende werken uit de jaren 70 van ’t Hart waren Ik had een wapenbroeder uit 1973 en Een vlucht regenwulpen uit 1978. Beide romans werden veel verkocht en Een vlucht regenwulpen is in 1981 zelfs nog verfilmd.
Het woeden der gehele wereld
Een vlucht regenwulpen was niet de enige roman die verfilmd werd. Ook Het woeden der gehele wereld (1993) werd in 2006 verfilmd. Deze film won in 2006 nog wel drie prijzen bij de Gouden Uien, namelijk voor de slechtste film, slechtste regisseur en nodeloos Nederlands naakt. Later had ’t Hart laten weten dat hij weinig herkende van zijn eigen roman in de film. Een vlucht regenwulpen deed het gelukkig beter en kreeg zelfs een internationale titel genaamd A Flight of Rainbirds. Dit waren niet de enige momenten dat ’t Hart op het beeldscherm te zien was. In 2014 had hij namelijk een eigen televisieserie die te zien was bij de publieke omroep genaamd Maartens moestuin, waarin hij van alles vertelde over zijn moestuin.
Het vrome volk
Gelukkig kreeg ’t Hart niet alleen negatieve prijzen. Zo won hij in 1975 ook de Multatuliprijs voor bevordering van de scheppende kunst voor zijn roman Het vrome volk uit 1974. Ook kreeg hij de Gouden Strop in 1994 voor zijn roman Het woeden der gehele wereld (1993). Ook werd ’t Hart benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw in 2003 en ereburger van Maassluis. Daarnaast kreeg hij ook nog de Ina Dammanprijs voor zijn aantoonbare bijdrage voor het in stand houden van de kennis van het werk van Simon Vestdijk. Dit was voor zijn essay over Simon Vestdijk in publieke optredens.