Arthur Japin is een Nederlandse schrijver en acteur bekend van historische romans als ‘De zwarte met het witte hart’, ‘De Overgave’ en ‘Een schitterend gebrek’. Naast zijn werk als schrijver zien we Arthur Japin ook regelmatig op televisie als presentator van het programma QI en als vaste cast van het VARA-programma ‘Kanniewaarzijn’.
Vlucht in een fantasiewereld
Arthur Japin werd in Haarlem geboren op 26 juli 1956. Zijn vader was toneelrecensent. Japin werd als kind veel gepest, wat erin resulteerde dat hij vluchtte in zijn fantasiewereld. Japin’s vader raakte erg in de war en pleegde toen hij 13 was zelfmoord waardoor de jonge Japin zich nog meer in zijn fantasiewereld terugtrok. Na een middelbareschooltijd vol pesterijen vertrok Japin naar Londen om aan The School of Dramatic Arts een toneelopleiding te gaan volgen. Na deze opleiding keerde Japin weer terug naar Nederland om aan de universiteit van Amsterdam Taal-en Letterkunde te gaan studeren. Maar na twee jaar stopte jij met deze studie om naar de Kleinkunstacademie te gaan waar hij in 1982 aan zou afstuderen.
Goede tijden, slechte tijden
Na zijn afstuderen aan de kleinkunstacademie vertolkte Japin verschillende kleine rollen in radioproducties en in film en televisieproducties, onder andere de film ‘Flodder’ en de soap series ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’ en ‘Onderweg naar morgen’. Ook speelde hij bij de toneelgezelschappen ‘Toneelgroep Centrum en ‘De Theaterunie’ en zong hij bij de Nederlandse Opera.
De zwarte met het witte hart
Japin besloot te stoppen met acteren en zich toe te leggen op schrijven. Dat werd ingegeven door een verhaal wat hij ontdekte over twee Afrikaanse prinsen die in het 19-eeuwse Nederland werden opgevoed. Geïntrigeerd door deze vergeten geschiedenis besloot hij er een verhaal over te schrijven. Het onderzoek duurde 10 jaar, wat uiteindelijk resulteerde in ‘De zwarte met het witte hart’. Deze historische roman werd in meerdere landen vertaald en uitgebracht en is er een opera en een radiohoorspel van gemaakt. Maar door de lange onderzoeksperiode debuteerde hij met de verhalenbundel ‘De Magonische verhalen’, gebaseerd op de verhalen die zijn vader hem voor het slapen vertelde.